
Wijzigingswet Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers en Waterschapswet (gedeputeerden, wethouders en waterschapsbestuurders)
Artikel lV
1
Op een uitkering die op grond van een verordening als bedoeld in artikel 131 van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers is toegekend ter zake van een aftreden vóór de inwerkingtreding van deze wet blijft die verordening van toepassing. Gedeputeerde staten onderscheidenlijk burgemeester en wethouders kunnen echter die uitkering ten gunste van de belanghebbende herzien met toepassing van de bepalingen van de in de eerste volzin genoemde wet.
2
Een pensioen dat is toegekend op grond van een verordening als bedoeld in de vijfde afdeling van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers wordt met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet beschouwd als te zijn toegekend krachtens de vijfde afdeling van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers.
3
Het eerste en het tweede lid gelden overeenkomstig voor een uitkering of een pensioen, toegekend op grond van een verordening als bedoeld in artikel 44 van de Waterschapswet, zoals dat artikel luidde voor de wijziging ervan bij artikel III van deze wet.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.